A-klasse pomp:
De zuinigste pompen op de markt worden vaak A-klasse pompen genoemd. Deze verbruiken tussen de 60 tot 80% minder elektriciteit dan een klassieke pomp. Pompen hebben vandaag echter geen “A-label” meer, maar deze moeten aan een bepaalde energie efficiëntie klasse voldoen. Indien deze niet zuinig werken, worden ze niet meer op de markt gebracht.
Anode:
Een elektrode (staaf) die in een sanitair warmwater boiler wordt geplaatst om corrosie tegen te gaan en de boiler zo te beschermen.
Buitenvoeler:
Compacte sensor die de buitentemperatuur meet en deze doorgeeft aan de ketelregelaar.
CLV-Systeem:
Een schoorsteensysteem voor bijvoorbeeld een flatgebouw waar meerdere verwarmingstoestellen op kunnen worden aangesloten.
Combi-verwarmingsketel:
Een verwarmingsketel die zorgt voor verwarming en tevens instant sanitair warmwaterproductie.
Comfortniveau:
De warmte en hoeveelheid warmwater dat voor u gerieflijk en aangenaam is. Dit is afhankelijk van de persoonlijke voorkeur.
Condensatie:
Het moment waarop gas omgevormd wordt naar vloeistof. (bijvoorbeeld damp naar water)
Condensatietechniek:
Na verbranding van fossiele brandstoffen in een verwarmingsketel ontstaan rookgassen. Bij een niet-condenserende ketel worden deze verbrandingsgassen via een schouw naar buiten afgevoerd. In een condensatieketel wordt de resterende energie in deze rookgassen nuttig gebruikt om het water in de verwarmingsinstallatie extra op te warmen. Hierdoor werkt een condensatieketel efficiënter en bekomt u een hoger rendement.
Corrosie:
Het negatieve proces waarbij metalen onder invloed van zuurstof en water gaan roesten.
CV-kring:
Centrale verwarmingskring, een met vloeistof (verwarmingswater) gevuld circuit dat warmte transporteert van ketel naar bijvoorbeeld radiatoren.
Driefasige spanning:
3 gelijktijdig opgewekte wisselspanningen.
Duurzaam:
Met lange levensduur.
Ecologisch:
Milieuvriendelijk.
Efficiëntiewaarde:
De waarde die de mate van gebruik van middelen aangeeft om een bepaald doel te bereiken.
Emissie:
De uitstoot van (schadelijke) rookgassen.
Energieclassificatie:
De systematische indeling van de verschillende energieniveaus waartoe een verwarmingsketel of verwarmingsinstallatie kan behoren.
Energiemanagement:
Een regelaar met een innovatief energiemanagementsysteem gaat op een zo efficiënt mogelijke manier om met de beschikbare energie.
Expansievat:
Water dat opgewarmd wordt zet uit, om de druk van dit water in de installatie op te vangen wordt een expansievat geplaatst. Dit vat vangt de overdruk in de installatie op door een membraan dat kan uitzetten.
Gasadaptatief:
Een intelligente regeling in de ketel die bij de verbranding de verhouding gas en lucht automatisch aanpast. Dit zorgt steeds voor een optimale verbranding bij elke gassoort.
Geëmailleerd:
Een (stalen) boilerlichaam waar een glasachtige glazuurlaag werd op aangebracht als bescherming tegen corrosie.
Hernieuwbaar:
Alle energie die wordt verbruikt en die zonder extra belasting voor het milieu hernieuwd kan worden.
Corrosie:
Het negatieve proces waarbij metalen onder invloed van zuurstof en water gaan roesten.
Hybride:
Een combinatie tussen een verwarmingssysteem dat werkt op fossiele brandstoffen en een verwarmingssysteem dat werkt op hernieuwbare energie zoals zon en lucht/warmte, waarbij een intelligente regelaar de meest efficiënte energievorm kiest op elk moment van gebruik.
Hydraulisch:
Beweging gecreëerd door de kracht van water of een andere vloeistof. Onder hydraulica verstaat men vaak het systeem van buizen, (meng)kleppen, pompen en ventielen die ervoor zorgen dat de vloeistof de correcte weg volgt.
Lage temperatuurketel:
Verwarmingsketel die geen gebruik maakt van de condensatietechniek, deze term duidt op de lagere temperatuur van de uitgestoten rookgassen in vergelijk met oudere standaarden.
Legering:
Een mengsel van verschillende metalen die door smelting en stolling tot stand komt. Dit mengsel verkrijgt na vermenging bepaalde nieuwe eigenschappen zoals corrosiebestendigheid.
Lotuseffect:
Een zelfreinigende eigenschap.
Monofasige spanning:
Slechts één kringspanning (fase), geldig voor de meeste elektrische toestellen.
Microprocessor:
De chip die de sturing van alle functies bevat van de centrale verwarmingseenheid.
Modulerende regeling:
Het vermogen van een verwarmingsketel wordt aangepast aan de warmtebehoefte. Een niet modulerende regelaar werkt enkel met een aan/uit contact (waarbij de ketel op vol vermogen gaat branden of niet). Een modulerende regeling zal de ketel zacht laten branden bij een kleine vraag en op hoger vermogen wanneer dit nodig is. Op deze manier is de installatie een stuk zuiniger. Daarbij is het ook zo dat de onderdelen van de installatie langer meegaan omdat er minder grote en minder plotselinge temperatuurverschillen zijn.
Module (of modulaire opbouw):
Een systeem kan opgebouwd zijn uit verschillende (grote) modules of onderdelen. Een ketel met modulaire opbouw biedt voordelen bij installatie in kleine ruimtes (eenvoudiger te transporteren), maakt meerdere combinaties mogelijk (bijvoorbeeld bij de keuze van een type boiler of vermogen verwarmingsketel) en is ook toekomstgericht: wanneer u uw systeem wenst uit te breiden volstaat de toevoeging of vervanging van één module.
Nominaal vermogen:
Het maximaal vermogen dat continu geleverd kan worden. Dit wordt vaak uitgedrukt in kilowatt (kW). De gemiddelde gezinswoning in België vraagt een vermogen van 20 tot 40 kW, afhankelijk van het bouwtype.
Opentherm:
Een vorm van modulerende communicatie in een centrale verwarmingsinstallatie die gevoerd wordt tussen de verwarmingsketel en de kamerthermostaat. Dankzij de modulerende werking van het OpenTherm systeem zorgt dit voor een besparende werking. De toevoeging “open” slaat op het feit dat deze manier van communiceren een fabrikantonafhankelijk systeem is waardoor producten van verschillende fabrikanten eenvoudiger gecombineerd kunnen worden.
Printplaat:
Een elektronische kaart, de drager voor verschillende componenten zoals processoren en chips die zorgen voor de regeling van uw verwarmingssysteem.
Projectmarkt:
Onder de projectmarkt verstaan we de bouw van appartementsblokken, grote wooncomplexen en commerciële toepassingen door grotere installatiebedrijven.
Recirculatieleiding:
Dit wordt ook wel ringleiding genoemd, die bij gebruik van een sanitair warmwaterboiler wordt toegepast. Door een ringleiding te maken die vertrekt vanaf de sanitair warmwaterboiler, langs alle aftappunten komt en terugvloeit dankzij een omlooppomp hebt u op elke plaats in de woning sanitair warm water in een oogwenk.
Regelaar:
Besturing van een verwarmingsketel in al zijn aspecten. Een afstandsregelaar laat toe deze bediening vanuit de (woon)ruimte aan te sturen.
Solo ketel:
Een verwarmingsketel die enkel zorgt voor verwarming. Om voor sanitair warmwater te zorgen dient een extra bereider zoals een boiler, warmtepompboiler of zonneboiler geplaatst te worden.
Stilstandsverlies:
Het verlies van warmte bij een warmwaterbereider in rust. Een goed geïsoleerde boiler houdt het opgewarmde sanitair water langer warm en heeft dus een klein stilstandsverlies.
Storingsgevoeligheid:
De mate van gevoeligheid voor defecten of hinderlijke onderbrekingen.
Stratificatie:
Gelaagdheid, een term die gebruikt wordt wanneer bijvoorbeeld een boilervat bestaat uit verschillende temperatuurzones.
Tapwaterbedrijf:
Een term die gebruikt wordt om de vraag naar sanitair warm water aan te geven.
Thermisch:
Een synoniem voor verwarming. Een thermisch vermogen slaat op het vermogen voor de verwarming.
Thermodynamisch:
Alles wat te maken heeft met de warmteleer of thermodynamica.
Thermostaat:
Een temperatuurgevoelig apparaat dat de regeling van de temperatuur in een bepaalde ruimte voelt en bestuurt. Een thermostaat wordt ook wel ruimtevoeler of afstandsbediening genoemd.
Tuberen (van een schouw):
Een (nieuwe) tube of kolom in een schouw aanbrengen met als doel de rookgassen in de schoorsteen minder te laten afkoelen en condensatie te vermijden. Een schouw hertuberen zorgt voor een nieuwe schoorsteenbinnenwand.
Verwarmingskring:
Het gesloten buizencircuit waarin verwarmingswater warmte van de verwarmingsketel naar de verwarmingselementen voert. Deze elementen (radiatoren, vloerverwarming, convectoren…) zijn zo ontworpen dat zij op zeer efficiënte wijze de warmte in de ruimte afgeven. Na de warmteafgifte stroomt het koudere verwarmingswater terug naar de ketel en wordt daar opnieuw opgewarmd.
Warmtewisselaar:
Het element dat de warmte van het ene medium overdraagt naar het andere. Het ketelblok van een verwarmingsketel, maar ook de spiraal in een boiler noemen we een warmtewisselaar.
Werkingsdruk:
De maximale druk waaronder een verwarmingstoestel optimaal kan werken. De werkingsdruk van uw verwarmingskring kunt u aflezen op een manometer.